Een spoorwegongeval
Het spoorwegongeluk te Westerlee in 1936
Op zaterdag 1 november 1936 vindt er op de spoorwegovergang te Westerlee een ernstig ongeluk plaats waarbij twee doden vallen. In de Winschoter Courant wordt het ongeval haarfijn uit de doeken gedaan.
Het is die dag herfstachtig weer, donker en met regen. Vanuit Westerlee komt een truck met oplegger, geladen met zakken kalkpoeder op weg naar Winschoten. In de cabine vader en zoon Pinkster uit de stad Groningen.De spoorovergang nabij de Tranendallaan is in die tijd nog niet voorzien van hekken en zo kan het gebeuren dat de vrachtauto wordt aangereden door de stoomtrein die om half drie vanaf het station in Winschoten is vertrokken.
De gevolgen zijn rampzalig. De truck, van de trailer losgeslagen, wordt meer dan tweehonderd meter meegesleurd en door het krachtige remmen raken de twee voorste wielen van de zware locomotief van de rails. De truck verandert in een verwrongen massa ijzer en hout waaruit de verminkte lichamen met moeite kunnen worden geborgen. De wrakstukken liggen langs een grote afstand van de spoorbaan verspreid. De slachtoffers, vader en zoon Pinkster, zo blijkt uit hun papieren, zijn afkomstig uit Groningen.
Volgens de Winschoter Courant is het ongeval 'op den beruchten onbewaakten overweg' een gevolg van de regen en de belemmering van het zicht vanwege een aldaar staande woning.
Veel mensen uit de omtrek bezoeken de plek van het ongeval, waar langs de spoorbaan verderop de verwrongen resten van de vrachtauto te zien zijn. De fotograaf maakt van de wrakstukken een foto en ook van de vele nieuwsgierige op de overweg.
Bronnen:
Oorspronkelijke tekst: Jan P. Koerts.